Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En in het dal, Beth-haram, en Beth-nimra, en Sukkoth, en Zefon, wat over was van het koninkrijk van Sihon, den koning te Hesbon, de Jordaan en [22][haar] landpale, tot aan het einde der zee van Cinnereth, over de Jordaan, tegen het oosten. 22. Dit was de oever der Jordaan.